In de Anjou is de invloed van de oceaan niet meer merkbaar; de lucht is droger, het landschap sterker geglooid en de rivieren dieper uitgesneden dan in de Nantaise. De diversiteit in landschap veroorzaakt een grote variatie in micro-klimaten; beschut en vochtig in de steile rivierdalen van de Layon en Aubiance tot droog en relatief warm op de zuidhellingen langs de Loire en op de vlaktes van het 'Massief Armoricain' die langzaam afdalen naar de Loire.
De Anjou bestaat geologisch uit twee hoofdgebieden; de Anjou Blanc in het noord-oosten met een bodem van tufsteen met daarop kalkrijke klei, zoals in de Saumur, de Anjou Noir in het westen wordt gedomineerd door 'zwarte grond' van vulkanisch gesteente met graniet en ijzer van het Massief Armoricain.
Dankzij deze diversiteit van micro-klimaat en bodemgesteldheid worden hier met de Chenin druif wijnen gemaakt met een heel divers karakter; van de strak droge Savennières die heel goed kunnen ouderen tot liqoureuse dessertwijnen zoals de Coteaux du Layon en Aubiance.
In de Anjou wordt ook een diversiteit aan rode wijnen gemaakt zoals de Anjou Gamay en de Anjou rouge, een assemblage van Cabernet Franc en Cabernet Sauvignon. Dankzij de zwarte vulkanische grond zijn het diep-rode, geconcentreerde wijnen.
De Anjou was in Nederland in de jaren '80 vooral bekend door de massaal geproduceerde Cabernet d'Anjou; een half-zoete assemblage van Cabernet Franc en Cabernet Sauvignon. Inmiddels is de kwantiteit afgenomen en de kwaliteit sterk verbeterd. Speciaal is de Rosé d'Anjou, een droge, fris-fruitige rosé gemaakt van voornamelijk Grolleau.