In de Nantaise is de Loire het dichtst bij de oceaan. De zee heeft invloed op de wijn; door het klimaat, relatief koel, en door de zilte zeelucht. Sommige wijnmakers spreken van iodé wijnen. In combinatie met de bodem - gneis, graniet en vulkanisch gesteente - levert dit lichte, zeer droge, knisperend mineralische wijnen op die uitstekend combineren met de vis, schaal- en schelpdieren uit de Atlantique.
De belangrijkste druiven in het gebied zijn de Folle Blanche voor de Gros Plant en de Melon de Bourgogne waarmee de Muscadet wordt gemaakt. Kenmerkend voor zowel Muscadet als Gros Plant is dat de wijn na de gisting minimaal 6 maanden rijpt 'sur lie' ofwel op z'n bezinksel en daarna vanaf 1 april gebotteld wordt.
Muscadet wordt onderverdeeld in 3 Appelations: Muscadet Côtes de Grandlieu rond het lac de Grandlieu het dichtst bij de oceaan; Muscadet Sèvre et Maine, tussen de rivieren Sèvre en Maine en Muscadet Coteaux de la Loire, het meest noord-oostelijke gebied aan beide oevers van de Loire.
Muscadet Sèvre et Maine is de belangrijkste en heeft binnen zijn grenzen ook nog 9 Crus Communal zoals Vallet, Clisson en le Pallet. Deze gebieden hebben allen een bijzonder micro-klimaat en/of bodem waaraan de wijn zijn bijzondere karakter ontleend. Om een Cru Communal te worden moet de wijn aan meer eisen voldoen. De Cru Vallet, waar de wijn op mica groeit, moet minimaal 18 maanden rijpen sur lie.