In de Nantaise is de Loire het dichtst bij de oceaan. De zee heeft invloed op de wijn; door het klimaat, relatief koel, en door de zilte zeelucht. Sommige wijnmakers spreken van iodé wijnen. In combinatie met de bodem - gneis, graniet en vulkanisch gesteente - levert dit lichte, zeer droge, knisperend mineralische wijnen op die uitstekend combineren met de vis, schaal- en schelpdieren uit de Atlantique.

In de Anjou is de invloed van de oceaan niet meer merkbaar; de lucht is droger, het landschap sterker geglooid en de rivieren dieper uitgesneden dan in de Nantaise. De diversiteit in landschap veroorzaakt een grote variatie in micro-klimaten; beschut en vochtig in de steile rivierdalen van de Layon en Aubiance tot droog en relatief warm op de zuidhellingen langs de Loire en op de vlaktes van het 'Massief Armoricain' die langzaam afdalen naar de Loire.

De bodemgesteldheid van de Saumur is vergelijkbaar met die van de Anjou Blanc, kalkrijke klei en kalkzandsteen op een ondergrond van tufsteen. Dit bepaalt ook de sfeer bovengronds, prachtige roomwitte bebouwing van grote uitgezaagde kalkzandsteen blokken. Bijkomend voordeel is het fantastische stelsel van (wijn)kelders onder de huizen daar waar het gesteente is weggezaagd voor de gebouwen, de plaats waar de wijn kan rijpen. Net zo karakteristiek voor de streek zijn de krijtwanden met daarin uitgehouwen huizen.

Saint Nicolas de Bourgueil, Bourgueil en Chinon vormen het hart van de streek waar vrijwel uitsluitend Cabernet Franc groeit, alleen in de Chinon staan nog wat plukjes Chenin.

De Touraine Nord is de streek aan de noord- en zuidzijde van de Loir de noordelijke zijtak van de Loire. Een beetje een vergeten gebied maar een van de oudste wijnstreken in Frankrijk. Dankzij het beschutte micro-klimaat langs de meanderende rivier en de ondergrond van vuursteen met klei op een basis van kalk is het heel geschikt voor de wijnbouw. In de AOC Jasnières wordt alleen wijn gemaakt van Chenin druif. De wijngaarden liggen pal op het zuiden ten noorden van de rivier. In de Coteaux du Loir en de Coteaux Vendômois wordt naast de Chenin ook de rode Pineau d'Aunis druif gebruikt.

In de Touraine Est word het landschap vlakker en gelijkmatiger en vooral gekarkteriseerd door de rivierdalen van de zij-rivieren Cher, Indre en Vienne. Er zitten veel verschillende AOC's over het hele gebied, maar de AOC touraine komt door de hele streek voor. Naast de Chenin is hier de sauvignon blanc bepalend voor de streek. Er wordt nog steeds rode wijn gemaakt van Gamay en Cabernet Franc maar de Côt komt steeds vaker voor en af en toe zie je al wat Pinot Noir.

In Centre is het stroomgebied van de Loire van zuid naar noord, van de plateaus van Côtes du Forez en Côtes d'Auvergne tot aan de Orléanais waar de Loire bij Orleans afbuigt richting de Atlantique. In het zuiden op de plateaus groeien de druiven op vulkanische basalt- en granietgrond. Hier maken ze van de Gamay, soms in assemblage met Pinot Noir, originele wijnen. Verder naar het noorden tegen de hellingen en in de rivierdalen van Indre, Cher, Allier en Loire groeien de druiven vooral op zand-, kiezel- en kalkgronden. Hier maken ze de kraak- heldere Sauvignon wijnen in Sancerre en Pouilly Fumé, maar ook in de wat minder bekendere AOC's van Quincy en Reuilly.

In de gehele 'Val de Loire' worden Crémant de Loire en Rosé de Loire gemaakt.